donderdag 14 maart 2013

Een vrijheid eisen die je zelf niet biedt, is onevenredig en hypocriet


Godsdienstvrijheid houdt in dat men de vrijheid heeft tot een godsdienst toe te treden. En vanuit mijn optiek ook met name de Vrijheid niet tot een godsdienst toe te treden. Op het verlaten van islam staat de doodstraf in islamlanden en in de meeste islamitische gezinnen in Nederland resulteert het in verstoten worden. Godsdienstvrijheid is dus geen universeel begrip.
Een in het westen geboren mens mag vanaf de geboorte rekenen op universele mensenrechten. Op ieder moment in het leven heeft men de vrijheid tot een godsdienst toe te treden. Geboren in een niet-gelovig of bijvoorbeeld een christelijk gezin, is de westerse mens vrij te kiezen voor het boeddhisme of hindoeïsme zonder daarvoor een doodstraf te hoeven vrezen. De door mens gemaakte wetten bieden de vrijheid als individu te kiezen. In veruit de meeste gezinnen zal zelfs verstoten niet aan de orde zijn. Vanuit islam wordt dagelijks een beroep gedaan op godsdienstvrijheid. Vanuit islam wordt dagelijks mensen diezelfde godsdienstvrijheid ontzegd.
Een vrijheid eisen die je zelf niet biedt, is onevenredig en hypocriet.
De vrijheid tot een godsdienst toe te treden, biedt inherent de vrijheid niet tot een godsdienst toe te treden. De westerse cultuur is dan wel gebaseerd op Joods-Christelijke traditie, in de 21e eeuw is de westerse cultuur vooral een seculiere cultuur. Religies zijn tegenwoordig minderheden. En minderheden hebben dezelfde rechten en plichten als de meerderheid. Met de vrijheid van godsdienst bestaat de vrijheid godsdienst te bekritiseren. Een niet-gelovige voelt zich tenslotte ook niet beledigd als hem stellig wordt gezegd dat enige god bestaat. Godsdienstvrijheid is de vrijheid tot een godsdienst toe te treden, deze te belijden en te beoefenen. Dit betekent echter geenszins dat er enige plicht bestaat voor een niet- of andersgelovige aan religieuze verwachtingen te voldoen.
Godslastering moet strafbaar worden gesteld. Althans, dat wenst men in de islamitische wereld. Ter voorkoming van moord en doodslag moet het strafbaar worden gesteld een filmpje te maken, om maar een voorbeeld te noemen. Wetten die godslastering strafbaar moeten stellen, hebben niets te maken met respect of belediging, maar alles met controle, autoriteit en sociale dominantie. Een dergelijke wet zou zich direct boven andere wetten stellen, zoals de vrijheid van meningsuiting. Bovendien zou het een subjectieve wet zijn, die zich uitstekend zou laten lenen voor misbruik en discriminatie. Zo’n wet zou resulteren in het feit dat ongelovigen en religieuze minderheden gearresteerd en vervolgd worden om de gevoelige tenen van een zich dominant opstellende religie te beschermen.
Voor het online zetten van ‘The Innocence of Muslims’ is de Koptische Christen Albert Saber gearresteerd en wordt nog steeds vastgehouden in een cel. Maar tegen het salafistische televisiestation Al-Nas, die belangrijke stukken uit de film aan haar grote publiek toonde, zijn geen stappen ondernomen. Terwijl juist het uitzenden van stukken van de film, de intentie én het resultaat had, een massa te mobiliseren die met geweld, dood en verderf het Midden-Oosten en de rest van de wereld deed opschudden.
Dus Albert Saber zit vast voor het op Youtube zetten van het filmpje. Maar Al-Nas wordt onder diezelfde anti-godslasteringwetten in Egypte niet vervolgd, omdat zij handelden ‘ter verdediging van de islam’. Zie hier het directe resultaat van wetten die godslastering moeten verbieden. Subjectief en onderhevig aan context, zijn religieuze minderheden altijd de dupe van een dergelijke wet.
"Freedom should not cross reasonable limits and become a tool to hurt and insult the dignity of others and of religions and faiths and sacred beliefs as we have seen lately, which regrettably led to the killing of innocent people who have not committed any crime." - Sheikh Hamad bin Khalifa al-Thani
Volgens Hamad is degene die iets van beledigende aard zegt, verantwoordelijk voor de dood van meerdere mensen. Niet de moordenaars van die slachtoffers. Zoals Schulz (EU) namens ons kenbaar heeft gemaakt, is het dus de bedoeling dat de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt, om gewelddadige reacties te voorkomen. Walgelijk en crimineel gedrag wordt gebruikt om de vrijheid van  meningsuiting te beperken. Dat is chantage. Dat is gijzeling.
Een verbod op godslastering is een manier om vanuit islam het westen te domineren door de kern van onze cultuur aan te vallen; onze vrijheid van meningsuiting. Een verbod op godslastering resulteert daarnaast slechts in meer onderdrukking van religieuze minderheden, zoals we nu onmiskenbaar zien in Egypte.
Het debat zou niet moeten gaan over een wet invoeren om godslastering te verbieden. Het debat zou moeten gaan om een wet te schrappen: godsdienstvrijheid.
In het seculiere westen bestaat die vrijheid reeds vanuit alle andere wetten er gelden. Er is geen noodzaak godsdienstvrijheid in het wetboek te laten bestaan. Er wordt slechts misbruik van gemaakt.
Een vrijheid eisen die je zelf niet biedt, is onevenredig en hypocriet. Vanuit islam is men in geen positie aanspraak te maken op deze door mens gemaakte wetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten